148 IETS OMTRENT DEN HAAG. ENZ. het kasteel; voorts werd aan veenhure in den Haghe d.w.z. aan huur van tot uitveeningbestemde gronden 3 tv 5 sch. ontvangen. Eindelijk werd het betrekkelijk aanzienlijk bedrag van 11 w 2 sch. voldaan wegens renten van den dunen bi Dire den jagher ende Heyne den coster. Het zal dan ook wel niet zoo zeer een gevolg zijner kerke lijke bediening geweest zijn als wel van tochten in het mulle duinzand, dat Heyne te klagen had over het slijten van cousen ende scoen van 2 jaren, waarvoor hem uit naam der Gravin eene gratificatie werd toegekend. Omtrent de eigenlijke inrichting van het slot geven de rekeningen niet veel licht, maar de uitgebreidheid van het geheel laat zich opmaken uit hetgeen geboekt werd ten aanzien der aangebrachte herstellingen mijns heren earner wordt vermeld en die der jonc- frouwen; de waerderobe bi mire vrouwen earner, de nuwe waerderobe after die zate, twee verschillende zalen, een oude en een nieuwe, d'oude bottelrye, de taelgerie; voorts worden vermeld het havichuys, in onderscheiding van de Valkenye, 't hondehuys en paar denstallen, al hetgeen bewijst dat er veel gereden en gejaagd werd; de armbostiers earner, een paneterie, het duufhuys; dan nog een clerken earner en een earner waer men ’t boec schreef welk boec wel het missaal zal geweest zijn dat, gelijk elders uit de rekening blijkt, door zekeren Willemet vervaardigd was; voorts de boeverye, waarmede niet, zooals men op den klank afgaande zou kunnen denken, eene gevangenis bedoeld wordt, maar de boerderij of veestal, en nog andere husen in den hof, die met riede gedekt waren; geen wonder is het dan ook dat wanneer alle die gebouwen eenigen tijd ledig hadden gestaan er heel wat te doen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 334