149
IETS OMTRENT DEN HAAG, ENZ.
viel voor de leydeckers ende glasemakers,r) en nog minder
dat, alvorens de Gravin met haren hofstaat verscheen,
tot het verwijderen van ongenoode gasten, de diensten
van Andries den rattenvanger werden vereischt.
De naastvolgende rekeningen die ons bewaard zijn
gebleven, zijn die van Jan Heynricxzoon, rent
meester van Zeeland Bewester-Scheld, over de jaren
1330 en ’31 en die van Jan heeren Gilliszoon, rent
meester van Zuid-Holland over hetzelfde tijdvak, waar
aan zich verder aansluit eene Verclaringhe van alle des
Graven renten in Noort Hollant, Woerden ende Oude-
icater van den jare 1334. Alle die stukken hebben
derhalve betrekking op het laatste gedeelte der regeering
van graaf Willem III. Veel wat den Haag aangaat is
evenwel uit die rekeningen niet te halenalleen blijkt
er uit dat in de aangegeven jaren de Graaf aldaar
meermalen verblijf hield, terwijl voorts de aanteekening
van den zeeuwschen rentmeester merkwaardig is dat eene
vereering van tien schilden werd toegekend aan Trude
van den Bussche tot hare timmeringhe te helpen in den
Haghe. Wat van die timmering geworden is, blijkt
evenwel nietTrudes naam komt verder niet voor, ook
niet op de lijst dergenen die, naar luid der Verclaringhe
van 1334, renten te voldoen hadden wegens landhuur
in ’t Haghe Ambocht. Uit die lijst laat zich daaren
tegen wel opmaken in hoeverre er sedert 1316 voor
uitgang in den Haag had plaats gehad. Tegen één
huurder destijds up den Veen, d.i. ter hoogte van de
tegenwoordige Veenestraat, Hoogstraat en Plaats, worden
b Glazen en leien waren destijds artikelen van hoog-e weelde, zooals
blijkt uit het opstel van Vte d'Avenel. ,.Le mécanisme de la vie moderne”
in de ..Revue des Deux Mondes, aft. van 15 April 1897.