154
IETS OMTRENT DEN HAAG, ENZ.
O Te vinden in de uitgave van Froissart door Baron Kervyn de
Lettenhove. D. II. bl. 137. noot 1, volgens het origineel, berustend in de
Bibliothèque Nationale te Parijs.
Land moet dus eene andere geweest zijn en hieromtrent
wordt licht verspreid door een ander document dat uit
het stof der archieven is te voorschijn gekomen, een
schrijven nl. van den toenmaligen paus Clemens VI aan
de koningin van Frankrijk; uit dat stuk blijkt dat
het onzen Graaf blootelijk te doen was om zich buiten
het gedrang te begeven bij den steeds met nieuwe
heftigheid opvlammenden oorlog tusschen Frankrijk en
Engeland. Eenmaal was het der Gravin weduwe van
Willem III gelukt door hare bemiddeling den strijd te
bezweren, maar slechts voor korten tijdmet vernieuwde
woede brak het oorlogsvuur weder uit, waarbij elk
der partijen den Graaf voor zich zocht te winnen.
Voor dezen was de toestand hachelijk. Zoowel met
den koning van Engeland als met dien van Frankrijk
was hij door banden des bloeds en door verschillende
verplichtingen op het nauwst verbondenpersoonlijke
sympathie trok hem tot zijn zwager, koning Eduard,
maar de koning van Frankrijk, zijn oom en leenheer
wegens Oostervant, was een geducht tegenstander die
reeds eenmaal getoond had het hem in Henegouwen
benauwd genoeg te kunnen maken. Nu was de toeleg
van den Paus Willem IV te bewegen om openlijk voor
Frankrijk partij te kiezen; daarvoor zou hij dan ont
slagen moeten worden van de verplichtingen, onder
eede bevestigd, die hem aan Eduard bonden. Doch
daarvan wilde de Graaf niet hooren, ofschoon hij wel
trachtte losser te worden van Engeland.
Zoo als toch uit eene andere bron blijkt, sloeg hij