158
IETS OMTRENT DEN HAAG, ENZ.
waarmede
1) Bij Froissart ..Alemand bastart de Hainau”, bij de Jonge ..Jan
Aelman”. Eene van hem afstammende familie Alemans heeft, onder
velerlei lotswisseling-, tot in deze eeuw voortbestaan.
streeks middernacht tusschen den laatsten September
en den eersten October tot de Syrische kust genaderd,
verliet de Graaf in alle stilte de galei, om slechts van
summich van sinen ridders vergezeld, in een cleijne
barke, die het schip te dien einde gevolgd was, naai
de kust te stevenen. En toen begon de eigenlijke bede
vaart hetzij uit een gevoel van ootmoed, hetzij om on
bekend te blijven en alzoo de verplichting te ontgaan een
hooger tribuyt te betalen dan gewone stervelingen,
hadden de Graaf en zijn gezelschap zich gehuld in
(/rauwe rocken, die van de bemanning der galei
geleend waren, en dat men nederig te voet ging
blijkt uit de aanteekening dat de Graaf voorzien werd
van 2 paer starker scoen dier hi 1 paer icech gaf.
Omtrent den indruk dien Jeruzalem op onze pelgrims
maakte verneemt men overigens niets en omtrent hetgeen
daar verricht werd niet veel. Enkele aalmoezen werden
uitgereikt, o.a. een dukaat aan een armen Zeelander en
dan bespeurt men al spoedig dat Minhere op den terug
tocht alweer aan het dobbelen geraakte, en dat niet in
zeer voornaam gezelschap, daar hij zijn geld verloor aan
een koopman, dien hij, schijnt het. toevallig had ontmoet.
De duur der reis in het Heilige Land was van
omstreeks veertien dagen; den 16n October kwam de
Graaf met zijn gevolg van Jaffa te Famagosta op Cyprus.
Derwaarts had zich inmiddels ook de galei gewend,
hij overgekomen was, en diegenen van zijn
hofgezin, die aan boord waren gebleven, waren van
daar, zoo het schijnt met heer Aelman, ’s Graven
natuurlijken broeder aan liet hoofd, in twee schepen