160 IETS OMTRENT DEN HAAG, ENZ. vereerd te hebben; voorts kocht hij, mede tot eigen gebruik, eene menigte zilveren vergulde knoopen. De barbier, die zich de eerste reis reeds van een spiegel en een kam voorzien had, kocht nu nog verschillende uit ivoor vervaardigde of daarmede versierde voor werpen. Merkwaardig is ook dat twee dukaten werden besteed aan paeus vederen, mijns heren helm mede te maken; een pauwestaart toch, zooals wel bekend is, was het helmteeken, dat het blazoen van het grafelijk huis van Holland sierde. Met het bezoek aan het Heilige Graf was nog slechts de helft volbracht van hetgeen de Graaf voor had. Thans restte nog wat de jonge vorst waarschijnlijk wel als het voornaamste gedeelte zijner taak zal hebben beschouwd, of wat althans zeker het meest naar zijnen smaak was, het beoorlogen der Heidenen of Wenden, die zich in Oost-Pruisen en de daaraan grenzende vlakten van Koerland en Littauwen onthielden. Daarom, nadat te Padua de paarden, die daar in tséjour gebleven waren, weder waren bestegen, ging de reis noordoost- waarts, over Vicenza, Bassano en Coninghelant of Coninxlane waarin men niet zonder eenige moeite Conegliano herkent naar de Duitsche grens en verder door Carinthie en Stiermarken naar Weenen, waar men den 15n December aankwam, doch vanwaar men, na eenige genoegelijke dagen aan het Oostenrijksche Hof te hebben gesleten, al spoedig voorttrok. Van nu aan schijnt de tocht minder vrolijk, ten minste minder onbezorgd te zijn geweest. Geene gevaren of ernstige avonturen hadden zich tot dusverre voorgedaan. Wei was de Graaf te Venetië in het water getuimeld, maar hij was er ongedeerd afgekomen en had slechts de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 346