164 IETS OMTRENT DEN HAAG, ENZ. tot Hollantwaert vertrok, terwijl zijne wapenrusting hem over zee naar hier werd nagezonden. De overigen van het ghesinde volgden minder haastig, langs den oever der Oostzee naar Wismar, van daar over Lubeck naar Hamburg, en voorts over Verden en Bremen door West falen naar Oldenzaal, waar het Paaschfeest werd ge vierd, en verder over Goor, Deventer, Amersfoort, Utrecht, Woerden en Leiden naar den Haag, waer si minen here den grave ende mijnre vrouwen der gravinnen bij elkander aantroffen. Reeds voor Paschen was de Graaf daar teruggekeerd en het zal wel geweest zijn om zijne dankbaarheid voor de behouden tehuiskomst te toonen, dat hij terstond daarop, op den laatsten dag der heilige week te voet uter Hagen toet 's Gravenzande in pelgrimaedsen ghinc, van waar hij nog des avonds wederkwam, om daarna eenigen tijd in den Haag te verblijven. Daar ter plaatse was het gedurende de afwezigheid van den Landsheer betrekkelijk levendig geweest, want er waren in dien tijd belangrijke herstellingen aan het slot uitgevoerd en de Gravin had er een deel van den winter doorgebracht. Kort na het vertrek van den Graaf op zijne regse van Overmere ende Pruchen was zijn oom, heer Jan van Beaumont, alhier verschenen om de zaken te regelen althans wij vernemen dat Floris van Alkemade toen tertijd rekeninghe dede van der rentemeisterscip van Kenemaerlant ende van Vriesland nor myn here van Bgamond ende vor myns heren sgraven raet, en het is niet onmogelijk dat alstoen last gegeven is tot het tgmmeren binnen hove in die Haghe ende thof in rake mede te houden, waarmede kort daarna een aanvang

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 350