167 IETS OMTRENT DEN HAAG, ENZ. geweest zal zijn om de daar verblijvende jonkvrouwen die, zooals men weet, niet door een strengen klooster regel gebonden waren persoonlijk tot de taejf'elronde uit te noodigen hebben nu de dames misschien getracht zich te verontschuldigen door gebrek aan voegzame toiletten Zooveel is zeker dat later eene rekening werd voldaan van Dire den cramer te Haarlem, behalve wegens andere door hem aan den Graaf geleverde artikelen, ook wegens laken ghecocht bi lieren Aleman, mijns heren graven broeder, toter joncfrouwen behoif van Reijnsburch die tot mijns heren feisten waren in den Haghe ende anders der ghene die daer met hem waren in hor ghesélscip. De hoffelijkheid werd derhalve zoover gedreven dat de vrouwelijke gasten voor rekening van den gastheer werden uitgedost. Waaruit het feest bestond volgt voorts met duidelijk heid uit de rekening, die door een Haagschen schoen maker Symon Wennenz. werd ingediend van scoen ende lairsen die mijn here têrfeeste hadde, waaruit kan worden opgemaakt dat daar gedanst en gereden is geworden. De tymmeringhe waarvan gewag wordt gemaakt, zal dan ook wel gediend hebben om een terrein af te zetten met staketsels voor een steekspel en daaromheen zit plaatsen voor de toeschouwers op te stellen, terwijl de veertig ijzeren kronen, welke Heynric den Hoger voor het feest dilivereerde, wel bestemd zullen zijn geweest tot verlichting van de danszaal en andere vertrekken. Dat daarbij het uit Venetië medegebracht zilverwerk zal hebben geschitterd, kan men zich voorstellen, evenals dat de Graaf en de Gravin wel niet de gelegenheid zullen verzuimd hebben om zich in al den glans der uit die stad afkomstige gulden cleederen te vertoonen. En waar het feest meerdere dagen duurde, zullen vele

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 353