174 IETS OMTRENT DEN HAAG, ENZ. De tocht leverde overigens een even weinig bevre digende uitkomst op als de vorige. Het strenge seizoen kan daartoe hebben medegewerkt, want men leed be paald van de koudemuffele en ander pelswerk moesten bij groote hoeveelheden worden aangeschaft. De Graaf zelf kocht 1 vosveile om sijn hoeft te binden; velen werden ziek en behoefden crude van medicine, een meester cirurgijn werd onderweg aangenomen om mede in die reijs te varen. Zoo bereikte men Koningsbergen den 20n Januari en bleef daar liggen, misschien om beter weêr af te wachten, terwijl Jan van Vlodorp, de heraut, uitreed om den staet van Pruuslant te verspieden. Eindelijk in den loop van Februari, nadat alles als voor eene feestelijkheid in gereedheid was gebracht, ging het te Lettouwen waert en wel in eene slede, gedriven door ’s Graven eersten page groote paedze en voorzien van een kleed van rood poper purperkleu rig laken om mijns heren sclede te decken en mijn heer up te legghen ende hem mede te decken in de reijsen, terwijl voorts ook 1 groote bererihuyt tot mijns heren behoef teas aangekocht. Omtrent den uitslag dier militaire sledevaart vernemen wij evenwel niets anders dan dat de Graaf nog voor het einde der maand weder te Koningsbergen was en onmiddelijk daarop de terugreis aannam. Ditmaal kwam hij niet naar Holland, maar van Stettin sloeg hij, over Brunswijk en Hildes heim den weg in naar Keulen, en van daar trok hij over Gulik, waar hij zijne zuster, de markgravin, bezocht verder naar Henegouwen; op Woensdag na Paschen was hij te Valenciennes bij zijne gemalin terug. Deze was, na het vertrek van den Graaf, niet lang meer in den Haag geblevenzij had daar tegen Kerstmis den jonker van Gelre, den verloofde harer schoonzuster,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 360