175 IETS OMTRENT DEN HAAG, ENZ. ontvangen, doch reeds kort daarna, den In Januari, was zij in den namiddag afgereisd, na eerst als nieuw jaarsgeschenk den jeugdigen bruidegom 2 gouden coppen ghecoft te Utrecht bi meester Jan den Lemen te hebben vereerd, en ook zijn gevolg ruim te hebben bedacht. De jonker bleef, na de afreis der Gravin, in den Haag verblijf houden tot tegen het begin van Meitoen eerst trok hij naar Gelderland terug, na alvorens nog een bezoek te Haarlem en te Alkmaar te hebben gebracht. Deze jonker was de oudste van het ongelukkig broeder paar, Reynald en Eduard, en ofschoon hij destijds niet ouder dan elf jaar was, was hij reeds eenmaal verloofd geweest aan Maria van Brabant, eene zuster der gravin van Holland. De hertogin van Gelder had evenwel dat huwelijksplan afgebroken en voor haar zoon de hand der zuster van Willem IV gevraagd. En deze was ook niet aan haar eerste „engagement”, want al in 1329 was zij toegezegd aan den hertog van Limburg, den oudsten zoon van den hertog van Brabant. Door den vroegen dood van dien jongen vorst was echter dat voornemen verijdeld en nu was de jonkvrouw, die stellig reeds bijna twintig jaren oud moest geweest zijn, aan den zooveel jongeren Reynald verloofd. Zeer groote sympathie zal dan ook wel niet tusschen de twee hebben bestaan, en misschien is wel daaraan het spoedig vertrek der Gravin uit den Haag toeteschrijven; evenwel het is niet duidelijk of de beloofde bruid zich daar bij haar bevond, maar zooveel is zeker dat het huwelijk nooit tot stand kwam, al was dan ook het contract reeds door nog zooveel edelen en steden bezegeld. De veranderde omstandigheden na den dood van Willem IV kunnen aanleiding gegeven hebben tot het af breken der verloving misschien ook is heimelijk middel gevonden om de dispensasi te ver-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 361