177
zelfs vrij sterk
van, ook niet geweest zijn, daar bij bet ijzerwerk van
hun kooi ook een halsband in rekening' wordt gebracht
vermoedelijk werd het dier daaraan rondgeleid.
Minder uitheemsch was een andere bewoner van het
hof, van wien in die dagen melding wordt gemaakt,
nl. de odenvair, voor wien een nest werd in orde ge
maakt, zoo het schijnt op een der stallen.
Wat verder de omgeving van het slot aangaat, zoo
vernemen wij dat er toentertijd reeds een goodshugs
in die Haghe bestond, door ’t welk een mast werd
aangekocht, die uit zee aangedreven en mitsdien aan
de grafelijkheid vervallen was. Nu zou men kunnen
veronderstellen dat die mast bestemd was om gebruikt
te worden bij den aanbouw van het gesticht, zoodat
dit toen nog eigenlijk niet in wezen was; maar in
dezelfde rekening staat eene uitgave geboekt wegens
twee en twintig kalveren, tot twee schilden het stuk,
aan dat Godshuis geschonken, waaruit blijkt dat het
gesticht reeds werkelijk bestond en
bevolkt moet zijn geweest.
Eene andere inrichting waarvan gewag wordt gemaakt
is de Steen of gevangenis. Reeds uit de rekening van
den baljuw van Amstelland over 1342 tot ’43 blijkt
dat toentertijd een ongelukkige uit Amsterdam naar
den Haag werd overgebracht om daar de doodstraf te
ondergaan. Van den Steen wordt daarbij niet gewaagd,
maar de ijzers, de harst en de olie, de pannen, een
wiel en de boom daer trat op staet werden den Graaf
nauwkeurig in rekening gebrachtook het loon van
den scherprechter ten bedrage van 1 ffi, terwijl
- kiesche attentiehem daarenboven een paar
handschoenen werd vereerdDe Steen wordt
echter uitdrukkelijk vermeld in de rekeningen van
12
IETS OMTRENT DEN HAAG, ENZ.