182 nacht, stellig wel in feestvreugde, werd doorgebracht. Was het, zoo vraagt men zich onwillekeurig af, de gedachte dat joncfrou Aechte Heeren Willems bastaard moeder te Haarlem verblijf hield, waardoor de wettige, van haar eenig kind beroofde echtgenoote genoopt werd den schitterenden gemaal zoo schielijk te achter halen Welke tedere snaren echter in het gemoed van dezen mogen hebben getrild, ontwijfelbaar is het dat hij zich in zijne uitwendige handelingen alleen deed leiden door zucht naar eer en wapenroem. Die waren op dat oogenblik te behalen te Gulik, waar een tornooi was aangekondigd en daarheen ijlde onze Graaf; doch hij was de Duitsche grens nog niet over of het bericht bereikte hem dat het feest was wederboden, zoodat hij op zijn weg moest terugkeeren. Daarover troostte hij zich te Nijmegen door aan vele vrouwen ende joncvrouwen des avonds teten te gevendaarna had hij te Tiel eene samenkomst met den hertog van Gelder en den 19n Augustus was hij bij de Gravin terug in den Haag. En reeds weder twee dagen daarna, op Zondag den 2In, voer mijn vrouwe tot Haerlem ter feesten die daer beroepen ivas daer mijn here ende zomich van sinen ghesinde medevoeren en zij bleven aldaar tot Dinxendach 23 daghe in Oeghst. Ook de hertogin van Gelder was voor dat feest overgekomen, haar weg over Amsterdam nemend, en begaf zich vervolgens naar den Haag aan Jacob Haghen te Haarlem werd voldaan 19 te 8 d. van wagenhure, die hi ghehuert hadde, dair die her- toghinne van Ghelre ende hoir gheselscip mede voeren van Harlem in die Haghe. i) Vinchant in zijne .,Annales du Hainaut” maakt melding van ..un fils mort jeune, enterré au choeur de l’église des Carmes de Bruxelles, au lieu oü depuis fut enterré sa mere, morte l’an 1406.” IETS OMTRENT DEN HAAG, ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 368