184
en moest mocht?om wille dat myn vrouwe niet te
vroech die quade mare en gevriesche. Eindelijk, in den
avond van den 311 October quam mijns heren ghesinde
van synre herberghen, sonder minen here den grave,
weder in die Haghe bi mynre vrouwen der gravinnen,
ende alzoo besluit Ysebout, ’s Graven klerk, zijne
rekening van daer soe voer een yeghlijc daer hi hem
best onthouden mocht. Het naieve der aanteekening zou
een glimlach kunnen uitlokken, indien daarin niet als
een weerklank werd gehoord van den kreet van ont
zetting dien geheel Holland slaakte op de tijding van
’s Graven nederlaag. De fiere jonkman, die in den over
moed zijner opbruischende jeugd steeds zoo overgevoelig
was geweest op het stuk van riddereer en vorstelijke
waardigheid, smadelijk ondergegaan in een roemloozen
strijdin oneer gevallen met verlies van schild, zwaard
en banier; 1) zijn lichaam zelfs niet wedergebracht uit
den hoop der verslagenen, zoodat de zijnen zich niet eens
den troost konden gunnen den ontzielde op passende
wijze grafwaarts te dragen: met hem de bloem zijner
ridders in getale gesneuveld, zoodat er in 't geheele land
geen huis van aanzien was dat niet mede in rouw was ge
dompeld en daarenboven geen stamhouder om de plaats
van den Graaf in te nemen, geen jonge spruit die zou
kunnen opgroeiien om de wreker te zijn van den smet
Hollands „Liebaerf’ aangedaan: het stamhuis uitgeroeid,
het leen vervallen van den Keizer, het voortbestaan van
het Graafschap als zelfstandige staat in de vraagbaak ge
steld, de toekomst plotseling als in een ondoordringbaar
zwarten sluier gehuld. men kan nagaan welke verwar-
Van Loon 1.1. 1)1. (598. Nieuwe banieren, door ..meester Ghisebrecbt
den maelre” gemaakt ..daer die ene af was van G-oude ende die ander
van laken,” werden na ’s Graven dood in rekening gebracht,
IETS OMTRENT DEN HAAG, ENZ.