186
IETS OMTRENT DEN HAAG, ENZ.
Tegen den tijd der aankomst in die Haghe van mine
vrouwen der Keyserinnen nemen evenwel de ons mede
gedeelde bescheiden een einde. Een nieuw Stamhuis
trad op, een nieuwe regeering werd ingesteld het
tijdvak der Henegouwers, met hun eigenaardig midden-
eeuwsche opvatting van ridderplicht en vorsteneer en
de landsvaderlijke inrichting van hun bestuur, was afge
sloten andere denkbeelden, nieuwe begrippen betreffende
hetgeen het belang van Staat en maatschappij vereischte,
zouden opkiemen en baan breken, doch niet zegevieren
dan nadat eerst een zware, bloedige strijd zou zijn ge
streden, een strijd waarin Holland zou worden verscheurd
en verheerd als „wast een wout sender ghenade”, zoodat
in die bange dagen teruggezien zou worden naar de eerste
helft der veertiende eeuw, als naar een tijd van orde en
tucht, maar uit welken strijd ten slotte toch die gouden
burgervrijheid is geboren, die ons volksbestaan heeft
gevormd en ons land heeft groot gemaakt, en die, hoe
zeer de tijden ook hebben gewisseld, tot op den
huidigen dag, bij alle trouw en verknochtheid jegens
de Kroon, ieder Nederlander dierbaar is, als het kos
telijkste, van de vaderen overgeleverd kleinood.