188 ’s-GRAVEKHAGÊ OMSTREEKS 1400. het Het of in is waar. Bi Noirdenhout bestond uit den Vijverberg en Voorhout. De grenzen van het dorp waren in het Zuiden de eerste Wagenstraat, die toen Zuideinde heette; in het Westen het Westeinde tot dicht bij de Vléerstraat, welke laatste straat echter eerst later ontstondin het Noorden het Noordeinde en wel daar, waar nu het paleis is en in het Oosten het bosch, dat zich dicht tot aan het Hof uitstrekte. De verschillende toegangen tot het dorp waren door hekken of draaiboomen afgesloten, om althans de be woners eenigszins te beveiligen tegen benden landloopers, die meermalen de open plaatsen bestookten. Het noemen van straatnamen zou allicht doen denken, dat den Haag in 1400 reeds in het bezit was van ge regelde straten en pleinen, waarin de huizen zij aan zij een rechte lijn stonden geschaard. Het tegendeel Eigenlijke straten, zooals wij die kennen, waren het niet. Het waren meer landwegen dan straten. De huizen vormden langs die wegen grootere of kleinere groepen, terwijl de woningen van elkander gescheiden waren door hoven en ledige erven. Het rood gekleurde op het kaartje duidt zoowel erven als huizen aan. dorp zal wel meer erf dan huis bevat hebben. De straten waren alle nog ongeplaveid en verkeerden daardoor een groot deel van het jaar in een erbarme- lijken toestand. Zoo weten we b.v. van het Noordeinde, dat die thans zoo deftige straat tot het jaar 1561 een moerassige weg was, die des winters schier niet was te gebruiken. En datzelfde Noordeinde vormde met den Scheveningschen weg, die op vele plaatsen nog slechter was, een deel van den handelsweg tusschen de Noordelijke plaatsen en Brabant. Als nu een straat, waarlangs het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 374