’s-GBAVENHAGE OMSTREEKS 1400.
189
groote verkeer ging, zoo onbegaanbaar was, dan laat
liet zich denken, dat de andere straten in niet veel
gunstiger staat zullen geweest zijn.
Zeer waarschijnlijk liep langs den huizenkant, ten
gerieve der voetgangers, een eenigszins verhoogd pad,
dat door de bewoners zelf, ieder voor zoover zijn erf
strekte, moest onderhouden worden.
Toch waren de dorpsstraten een dorado, doch niet
voor de bevolking, maar voor de zwijnen, ganzen en
hoenders, welke er knorrend, snaterend en kakelend
vrijelijk op rond liepen, er gaten in wroetten en kuilen
in krabden en de toch reeds onzindelijke straten nog
morsiger maakten. Het laatste scheen echter zelfs den
deftigen bewoners niet te deren, want als de hoenders
en zwijnen het wat al te bont hadden gemaakt, werden
de gaten en kuilen gedicht met de producten uit de
paardestallen van heeren en boeren. Toch schijnende adel
lijke bewoners van de buurt bi Noordenhout niet bijster
gesteld te zijn geweest op de luidruchtige straatschenders.
De Vijverberg toch was vóór en achter afgesloten door
een muur, waarin een poort slechts aan ordelievende
wezens toegang gaf. Ook het Voorhout was door een
staketsel tegen onwelkome indringers beschermd.
Op het Tournooiveld thans Kneuterdijk daaren
tegen kon het kleine vee naar hartelust krabben en
wroeten. In de grafelijke rekeningen toch komen dan
ook herhaalde malen posten voor betreffende het gelijk
maken van het Tournooiveld met mest, wanneer er een
kamp zou plaats hebben.
De Vijverberg en ook het Voorhout verdienden wel
ontzien te worden, want ze waren reeds toen met
schaduwrijke linden beplant en boden den bewoners
eene aangename wandelplaats.