192 ’s-GBAVENHAGE OMSTREEKS 1400. de Hofgracht liep de In het verlengde van de Spuistraat lag de Potenweg, genoemd naar de jonge wilgestammen of poten, waar mede de weg beplant was. Tusschen de Spuistraat en Achterweg, thans Achterom geheeten. Langs den achterweg komen we op de Markt en van deze weer in de Veen- of Veenestraat. De oorsprong van dien naam moeten we zoeken in den moerassigen veenbodem, waarop de huizen in die straat gebouwd waren. De Hoogstraat, soms ook Heerenstraat of Voorstraat geheeten, lag aanmerkelijk hooger dan de omgevende straten, vandaar haar naam. In de Hoogstraat kwam uit het Hanne Wittestraatje, of zooals de oude Hagenaars zeggen het Labstraatje. Het thans zoo onaanzienlijke Annastraatje schijnt om streeks 1400 een deftige straat geweest te zijn, want behalve Hanne Witte, woonde er de Schout van het dorp. Engel Pieters. De Papestraat leidde naar de pastorie of de woning van den Parochiepaap. Woning en hof heeten in de oudste stukken des Parochie Papenhove, terwijl men ze later als Pastoorswarande vindt vermeld. De tegen woordige straat van dien naam herinnert ons nog aan het verblijf van de eerste pastoors van den Plaag. De Plaats heette eigenlijk de Voorplaats van het Hof. De Vijverberg is zoo genoemd naar de hoogte, ont staan door het uitgeworpen zand bij het graven van den Hofvijver. Het Voorhout, of, zooals men oudtijds zeide het Vóórhout, was oorspronkelijk het voorste gedeelte van het Haagsche Bosch, dat toen het Haghe Houte heette. J. W. de Jongh.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 379