197 HET HUISGEZIN VAN DEN RAADSHEER. hun beteekenisvollen kring. Ook met de Boudaens waren de heeren Huygens verwant. Hoe deze maagschap samenhangt, is weder niet gemakkelijk te zeggen. De familiën van dien tijd „cous meerden” sterk, en vaak was de reden hunner verwantschap zoo verre gelegen, dat de taal daarvoor geen ander woord heeft dan neef of nicht, maar lang niet meer in de heteekenissen, die wij daaraan toekennen; soms meent men de oorzaak der affiliatie ontdekt te hebben, totdat het blijkt, dat die reeds bestond in oudere generatiën. Het neefschap begon hier bewijsbaar in den tijd, waarin de voorzaten der hier bedoelden nog in Zuid-Nederland woonden; na hunne vestiging in ons land, als vreemdelingen nauwer aaneengesloten, versterkten zij hunne familie betrekkingen door nieuwe huwelijken; meer kan men daarvan niet zeggen, zonder hier weinig passende en dan nog vrij gewaagde, genealogische overzichten. Dat deze verwantschap dieper ligt dan men gewoonlijk vermoedt, zij hier eene waarschuwing tegen overijlde ophelderingen. Den 8 Februari 1650 schrijft Christiaan hieromtrent „Touchant nostre cousine Van Sonne, de qui j’ai fait mention dans mes precedentes, j’ai appris que ma Tante et ma cousine Dorp avec m11'! Dorp l’aisnée ont esté chez ma cousine Boudaen pour congratuler res ponse la mère leur vint ouvrir la porte et leur dit „Que venez-vous faire icy? Estce pour vous moquer de moy que vous venez” Elles etoient bien surprises et respondisent qu’elle ne devoit pas trouver estrange que ses plus proches parens vinssent voir sa fille en l’estat oh elle estoit maintenant. „Vraiment vous êtes de beaux parens, dit l’aütre, il vaudroit autant de n’en avoir point; je croys que c’est bien la premiere visite

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 384