200
HET HUISGEZIN VAN DEN RAADSHEER.
lastige en gevaarlijke nichtje onschadelijk te maken
voor hun eigen kring; zulke diensten zijn in gelijke
gevallen wel meer bewezen. De gemachtigden van den
bruidegom in spe waren David van Alphen, burge
meester van Leiden, en Nicolaes Leendertsz Coeke-
bakker, schepen te Delft. Beiden hadden aanverwanten,
die bekend zijn in de geschiedenis onzer handelsbe-
trekkingen in Japan, waar de bruid moest afgeleverd
worden.
Wij maken eerst kennis met den aanstaanden man,
wiens woonverblijf reeds genoemd is. Francois Caron
moet van Brussel geboortig zijn: op 19-jarigen leeftijd
was hij koksmaat op een Compagnies-schip in Japan
om aan de hardhandigheid van zijn schipper te ont
komen, deserteerde hij. en bleef in het vreemde land
achter. Verder sloot hij zich aan bij de dienaren der
O. I. C. en leerde met zeldzame vlugheid, wat niet in
de kombuis onderwezen wordtaldus verwierf hij eene
groote kennis van de taal, de zeden en de handelsaange
legenheden der Japanners. Wij hebben hem niet overal
te volgen, maar op 44-jarigen leeftijd zien wij hem als
Gouverneur van Formosa. Het lustte hem toen, eene
vrouw te hebben, eene blanke uit Holland, en zoo
kwamen de heeren, die bij Voorburg hunne buiten
verblijven hadden, en dus den stichter van Hofwijk en
zijne familie wel kenden, bij de weduwe Boudaen in
Den Haag.
Prof. Fruin verhaalt in alle nauwkeurigheid de ge-
heele negotiatie, {Droste’s Overblyfsels van Geheugchenis,
Leiden 1879, dl. 2), zoodat wij weten, hoe goed de
bruid geholpen werd om de Bree Veertien over te
geraken. De voorwaarden waren goed gesteld en stipt
beschrevenCaron en zijn achttienjarige schat hadden