216
MAATSCHAPPIJ VAN SCHOOKE KUNSTEN.
in het perceel hoek
thans het Gymnasium
in de dividenden. De bestuurder bovendien, alsmede de
Raad 10 van de zuivere winst, na aftrek van 5 6/0
voor de aandeelhouders.
De Houtgraveerschool werd gesteld onder leiding van
den heer H. Brown. Als directeur fungeerde achtereen
volgens de heeren Jhr. van Rijckevorsel, Withuys, Drieling
en J. W. ten Hage. Onder hun bestuur was de heer Colyn
de Planci, een Franschman, als schrijver werkzaam.
De Maatschappij werd gevestigd
Westeinde en Vleerstraat, waar
gevestigd is. 1)
i) Op 1 Mei 1772 werd dit perceel door Maria Johanna Ter wen,
wed. Mr. Jan Willem van Hiogstraeten, heer van Heycop en Boeikop,
raad ordinaris van het Hof van Holland, verkocht aan Dirk Bouwens,
baljuw ruwaard en dykgraaf van Putten voor 53000 gulden.
In den koop waren echter ook begrepen ..alle de behangselen, vaste
spiegels en de penanten en booven de schoorsteen, schilderyen in de
schoorsteenen en booven de deuren, de lessenaers en boekekassen op de
bibliotheekkaemer en het comptoir, de perceleyne kachel in de eetzaal
etc.” „en prachtige machines dienende tot illiminatien enz.” (Verg.
Heg. v. Transporten p. 283.)
Op 10 Maart 1794 verkocht ..Magdalena Anna Elizabeth barones van
Boetselaer. douarière Dirk Bouwens. ruwaard, baljuw en opperdykgraef
van den lande van Putten en Commissaris van de Posteryen van
Holland en Westvriesland” het perceel bestaande uit ..een huis, tuin,
erf en stalling voor 8 paarden en koetsiershuizinge aan Mr. Hieronymus
van Alphen. raad en thesaurier generael van de Unie. Koopsom 26400
gulden1' (Verg. Keg. v. Transporten p. 258) en op 15 Mei 1805 ging
het over uit handen van Catharina Geertruid van Valkenburg, douarière
Mr. Hieronymus van Alphen. aan Mr. Sebastiaan Cornells Nederburg,
lid van den raad der Asiatische Bezittingen en etablissementen, koop
som 20000 gulden.
Daarna schijnt het huis overgegaan te zijn aan het Rijk. Uit de
overdrachten blijkt dus niet dat de woning in bezit is geweest van de
familie Fragel zooals de heer van Stockum (:s Gravenhage in den loop
der tijden, Deel I blz. 228) meldt, daar zij door de wed. Hoogstraeten
overgedragen werd aan Hieronymus van Alphen. De heer van Stockum
schijnt dit geput te hebben uit het werk van Da Fonseca „La Haye
par un hebitant” T I p. 241.
Bij akte van 24 Februari 1840. gepasseerd voor den notaris Jan de
Bas. hebben Burgem. en Weth. van ’s Gravenhage, daartoe geauthoriseerd