218
MAATSCHAPPIJ VAN SCHOONE KUNSTEN.
de böekverkoopers tegen liet gebruikelijk rabat, tot
medewerking uit te noodigen. Een groot gedeelte van
dezen bijval had zij ook te danken aan haar echt
nationaal doel. Haar eerste jaargang onder Florent
van Ghent, bevatte een aantal houtgravures van keuri-
gen arbeid. In den tweeden jaargang, onder redactie
van H. E. J. van Weerden, werd nog meer zorg
besteed aan den tekst, vooral door de medewerking
van J. A. Alberdingh Thijm, die toen onder de initiaal
M. zijn kunsthistorische loopbaan begon.
Behalve de Kunstkronijk gaf de Maatschappij nog
verschillende andere werken uit als o.a. Galerij van ver
maarde Nederlandsche Mannen; Neérlands Eerezuil;
Geschiedkundige Tafereelen van Neêrland’s roemruchtige
dadenBibliotheek voor de Jeugd, bestaande uit 31
deeltjes van ten minste 500 houtsneêplatenalle werken
die om hun kunstprenten ook voor het buitenland bestemd
waren en waarvoor de Maatschappij bij wijze van ruiling
in haar magazijnen een depót opsloeg van vreemde
werken zoo alsMes prisonsMémoire de Silvio Pelico
voyage a Suriname illustr.Scènes de la vie des
peintres illustr.; Etudes des dessins de Raphael etc.,
die allen tegen zeer lagen prijs, a la barbe en ten na-
deele van den Nederlandsche boekhandel, bij Agenten
der Maatschappij waren te verkrijgen. In het Neder-
duitsch gaf de Maatschappij voorts nog uitde Neder
landsche legenden, Klederdrachten.
Reeds weinige jaren na de oprichting bleek echter,
helaas, dat de adelijke associatie doodskiemen in zich
droeg. Zeer onoordeelkundig was de zaak op te
groote schaal ingericht door de Heeren Drieling en
Huyssen van Kattendijke, die in den handel geheel
vreemd waren. Allerlei kostbare werken gaf de Maat-