224
N ASCHK1F T.
en wel
zijne vestiging
Reeds was liet voorgaand opstel ter perse toen ik,
door de welwillendheid der Directie van de Bibliotheek
en het Huisarchief van H. M. de Koningin, na vooraf-
van ondernemingen moest eenmaal topzwaar worden.
De toren moest instorten, den bouwmeester onder zijn
puin bedelvend.
„Zóo is het met Fuhri gegaan.”
En toch wane men zich niet dat deze plannenmaker
een „opsnijder” was, zooals de meeste plannenmakers.
Neen, in al zijn doen en laten was hij even ingetogen
als doodeenvoudig. Het gaat in ’s menschen leven dikwerf
als in het kaartspel. Het goed en wel doordacht spelen
baat niet, zoo men geen veine heeft.
Fuhri begaf zich naar een vreemd gewest
naar Nieuw Orleans. Reeds 3 jaren na
aldaar nam hij er eene voorname plaats in. Doch de
vreeselijke gele koorts sloopte hem daar op nauwelijks
40 jarigen leeftijd ten grave.
Met Fuhri’s vertrek naar den vreemde ging ook de
houtsneêschool ten gronde. Enkele leerlingen oefende
het graveeren daarna langer of korten tijd voor eigen
rekening uit, zooals Verveer, Weissenbruch, Stam en
schrijver dezes; maar het vak leverde hier te lande geen
voldoend vooruitzicht op, en dit te minder omdat het al
meer en meer in zwang kwam clichés van de uitnemendste
houtgravuren uit den vreemde te laten overkomen, die
tegen betrekkelijk geringen prijs verkrijgbaar waren.
Den Haag. M. Henriquez Pimentel.
MAATSCHAPPIJ VAN SCHOONE KUNSTEN.