225
MAATSCHAPPIJ VAN SCHOONE KUNSTEN.
j van H. M. de
de gelegenheid werd gesteld
eenige stukken betreffende de
van Schoone Kunsten.
gaande hoog gewaardeerde toestemming
Koningin-Regentes, in 1
kennis te nemen van
voormalige Maatschappij
Die stukken zijn
1°. Afschrift der akte van oprichting door wijlen den Notaris
Van der Haak verleden (van welke akte hierboven een overzicht).
2°. Nota ongedateerd van wijlen den Heer C. G. Withuys,
met een voorstel aan de gemachtigden van Z.M. Koning Willem II
om de Maatschappij door het van maand in leen verstrekken
der benoodigde gelden, in staat te stellen, om bij wijze van
proefneming nog twee jaren te werken. De Vennooten zouden
dan afstand doen van hun recht om gedurende de twee proef
jaren de liquidatie der Vennootschap te vorderen.
3°. Décharge van den Heer J. W. ten Hagen voor zijn gehouden
beheer (onderteekend door den Secretaris der Maatschappij en
van den Baad C. G. Withuys).
4°. Omschrijving van de werkzaamheden van de beide Direc
teuren der Maatschappij.
5°. Eigenhandig door den Koning onderteekende verklaring
in de Fransche taal, waarbij Z.M. zijn Secretaris machtigt voor
en namens Z.M. te ontvangen de 80 aandeelen waarvoor H.D.
had deelgenomen 30 April 1841.
6°. ld.waarbij dezelfde Secretaris gemachtigd werd voor
Z.M.’s particuliere rekening nog te nemen een vijfde der aan
deelen, waarvoor Z.M. in de Maatschappij reeds betrokken is
20 Juni 1841. (Hier is de handteekening ook in de Fransche taal).
Ongedagteekend schrijven aan den Heer Ragay, Thesausier
des Konings, luidende: .,De ondergeteekende zal zich volgaarne
ten genoegen van den Heer Hamman, met de ontvangst en het
overmaken der gelden belasten.”
7°. Adres aan den Koning (16 Februari 1842, onderteekend
I. .1. van Ryekevorsel) ten geleide der notulen van de Algemeene
Vergadering van aandeelhouders der Maatschappij. Daaruit zou
15