231
EEN OUD PLEKJE.
Immers van uit de Groote Halstraat komende vinden
wij reeds in 1664 „de Dolfijn”, waarin de weduwe van
Capitein Smoudt woonde, vervolgens het Koffiehuis „liet
Hof van Holland” van Pieter van Apperloode woning
van den advocaat van de Velde, daarnaast een poort,
waardoor de omwonenden recht van uitgang hebben,
en vervolgens de huizen van van Zoutelande, van Beau
mont en van den koster der Groote Kerk.
De herberg „de Dolfijn”, waarvan de gevelsteen thans
in het Gemeente Museum bewaard wordt, vindt men
reeds als zoodanig vermeld in 1578, toen onder de
vroedschappen van den Haag behoorde: IJsbrant Dirckx
„in de Dolfijn.”
In 1807 bracht het aan huur op ƒ300.en werd
in de maandelijksche lijst der verkoopingen van Januari
omschreven als een hecht huis achter het stadhuis op
den hoek van de Driehoekstraat belast met eene jaar-
lijksche rente van 2.50 ’s jaars ten behoeve van de
Groote kerk. Eerst onlangs werd deze rente afgekocht.
Van meer belang is het gebouw, dat op de plaats
stond van het gebouw der Assurantie-Maatschappij
„de Nederlanden”, nl. het Koffiehuis „het Hof van
Holland”, dat op 13 Mei 1648 reeds als zoodanig ge
noemd, door de erven Vincken en A. J. Dorrenboom
werd verkocht aan den wijnkooper Johan van Langen-
hove voor 14.000.Het schijnt dat zijn zaken niet
bloeiden, dan wel hij leefde op te grooten voet, want
na zijn dood werd zijn boedel insolvent verklaard en
op 26 Mei 1652 werd het huis verkocht aan Pieter
van Apperloo voor 11.350.
Zooals uit bijgaanden afdruk naar eene gravure
van 1760 blijkt, was het toen reeds een aanzienlijk
Koffiehuis.