238 EEN ALBUM AMICOKUM. „Het aldus beschreven feit dat eene parlementaire minderheid de meerderheid kon onderdrukken en zelfs gewelddadig kon verwijderen, is wellicht eenig en zeker belangrijk in onze parlementaire geschiedenis. Bijna eene eeuw later leed eene poging daartoe, met gebruikmaking zeker van meer wettige middelen, jam merlijk schipbreuk. De gevangenschap van de 22 leden der vertegen woordiging duurde weinig maanden en het schijnt dat de lotgenooten het goed onder elkander konden vinden en zich onderling trachtten te troosten. Een hunner, J. H. Stoffenberg, legde een Album Amicorum aan waarin de volgende namen voorkomen: J. F. R. van Hooff, J. A. de Mist, J. van Manen Adz., H. H. Vitringa, IJ. van Hamelsveld, C. G. Hultmann, C. de Vos van Steenwijk, Jac. Scheltema, G. W. van Marie, Corns, van der Hoop Gijsbz., P. Brouwer Pz., H. van Gastrop, J. D. Pasteur (niet bij Hurau genoemd), C. L. van Beyma, J. A. van der Spijk, C. Bijleveld, J. J. Cambier, A. J. de Sitter, R. van Kieffens, J. Kantelaar, L. E. van Eek. De inhoud bestond meerendeels uit losse stukjes met aanhalingen van op hun toestand toepasselijke uitingen van vroegere schrijvers, enz.één, Corns, van der Hoop Gijsbz. geeft een aquarel met bloemen. C. Bijleveld haalt het volgende aan uit de proclamatie van de Provinciale represententen v. het volk van Amsterdam in d°. 3 Febr. 1795 „Dat heerschzuchtige dwingelanden, dat laage wezens, die zonder de posten, waar in zij zich gedrongen hadden, in eene volstrekte nie tigheid moeten wegzinken, het hunne hoofdzorge maaken, om zich door duizend laage kunsten in een geüsurpeerd gezag te vestigende waare vaderlander kend geen edeler

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 428