WW
CONSTANTYN HUYGENS ALS GEZANTSCHAPS
SECRETARIS.
de schelmerij
een Zeeuwsch
In het zesde deel van het „Historisch Verhael aller
gedenck-waerdiger geschiedenissen” van den „Amster
dammer Medicyn” Nicolaas van Wassenaer (bl. 148,
Februari 1624), komt eene mededeeling voor, betrek
kelijk Constantyn Huygens, welke aan de aandacht van
diens biografen schijnt te zijn ontsnapt.
Na omstandig te hebben uitgeweid over
van den Engelschen gezagvoerder van
schip, die de Nederlandsche leden der bemanning, op
eene valsche aanklacht wegens weerspannigheid, te
Dover had doen gevangen zetten, naar het schijnt om
zich meester te maken van het schip, ten nadeele der
reeders op wier klacht evenwel hier te lande weinig
werd gelet vervolgt de schrijver: de ghearresteerde
Hollanders bequamen geen secours: daer quam toen
ter tydt een Huyghens, die in commissie der H.H.
Staten Generael te Londen leyt, aldaer n.l. te Dover