3 21 Juli. 23 3 27 28 1 Aug. 2 8 5 6 12 Komst van Generaal Tosta Garcia, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister der Vereenigde Staten van Venezuela bij het Nederlandsche Hof. Opening der ’s-Gravenhaagsche Stoombootdienst voor passagiers en goederen op Delft; aanlegplaats Rijs- wijksche plein. Faincy-fair op Zorgvliet, onder presidium van den gep. vice-admiraal Roëll, ten bate van het «nationaal fonds voor de nagelaten betrek kingen van in Indië gevallen militairen.» De netto- opbrengst bedraagt f 9.268.Gouden feest der Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo in Nederland. De bisschop van Haarlem draagt in de H. Jacobuskerk een pontificale H. Mis op. Mr. Th. L. M. H. Borret, president der Vereeniging, wordt benoemd tot Ridder Ned. Leeuw. Generaal Garcia, gezant van Venezuela, vergezeld van den Gezantschaps-secretaris Goïticoa. bezoekt het Rijksarchief, om een onderzoek in te stellen omtrent de Venezuelaansche grenskwestie. Opening dei’ St. Vincentius Tentoonstelling van luxe-voorwerpen enz. in het Westeinde. •f Jhr. J. L. N. Calkoen, gep. Ritmeester O.-I. cavalerie, oud 57 jaar. Jaap Eden is overwinnaar in den Wielerwedstrijd op het Sportterrein. Het hoofdstuk der illuminatie aan den Boschvijver, ter eere van den 38sten verjaardag van H.M. de Koningin-Regentes, stelt voor de Koppelpoort te Amersfoort in de 15e eeuw. -j- H. Gréa, Secretaris van Legatie 2e kl. van Frankrijk, oud 35 jaar. Vijfjarig bestaan van den Haagschen Kunstkring. Komst van Prof. G. Burr, die door de Amerikaansche Regeering is aangewezen onderzoekingen te doen in het Rijksarchief in zake de Venezuelaansche grens regeling. Ph. L. Berail, Gep. Maj. Art. O.-I. ridder M.W.O., oud 76 jaren. Z.K.H. de Groothertog van Saks.en-VVeimar komt met zijn dochter de Hertogin van Mecklenburg op Scheveningen logeeren. Vijf-e.n-zestig jarige gedenkdag der overwinnigen bij Leuven en Bautersem. De 3e sectie van het metalen kruis, afd. ’s-Gravenhage en omstreken,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 441