16
op den
i voor
spreken,
blijven,
houden
schitteren en stralen, en tot de hoogste volmaking van glans en gloor
te brengen.
Maar waar het willen kunnen is, is het kunnen daarom nog niet
altijd willen.
lloch, Mijne heeren, ik heb goeden moed; ik heb een onbepaald
vertrouwen in uw goeden wil. om ernstig de door u opgenomen
taak op te vatten, en haar ten bate onzer Vereeniging af te werken.
Het aannemen van het u aangeboden werkend-lidmaatschap is de
eerste stap, door u op het arbeidsveld gezet, en al het andere komt
van zelf, indien uwe bekwaamheid, reeds op zooveel ander gebied
gebleken en betoond, ook voor onze zaak dienstbaar wordt gemaakt,
en gepaard gaat met de beide andere factoren, eerzucht en arbeid
zaamheid, die den mensch naar hooger voeren.
Schrik niet voor het woord eerzucht; gepaste eerzucht, en we denken
hierbij in geen geval aan ijdelheid, is het streven naar beter en vol
maakter, en slechts een Excelsior moet ’s menschen begeerte zijn
Ik heb ook nog een enkel woord te spreken tot het groot aantal
buitengewone leden, dat sedert onze laatst gehouden Jaarvergadering
tot onze Vereeniging is toegetreden.
Het was het Bestuur aangenaam enkelen er van het werkend
lidmaatschap te kunnen aanbieden, waar zij op ondubbelzinnige wijze
hadden doen blijken, dat ook zij werken konden en werken wilden.
Tot de overigen, die, om het zoo eens uittedrukken. in den leer
lingengraad lid zijn, mag ik ook zeker wel
-1„__ en .‘I. ...-X J- .1..
en
1 een opwekkend woord
dan kan ik niet beter doen, dan in den gedachtengang
hun het wapendevies van de familie Koenen voor oogen
Durven is kunnen.
Ik houd het er toch voor, dat slechts bescheidenheid u
achtergrond doet blijven, waar velen uwer misschien op den
grond moesten treden.
Durf u werkzaam aansluiten aan onzen kring; laat uw licht
schijnen; neem deel aan onze debatten, die steeds de geschiedenis
van ’s Gravenhage beoogen. en vrij blijven van schermutselingen op
godsdienstig en staatkundig gebied; bestudeer de bronnen, en laat
uw weten, uw denken, uw streven doordrongen zijn van de zucht om
de geschiedenis met elkaar te beoefenen, en de vruchten onzer gezamen
lijke onderzoekingen te toetsen aan de waarheid.
Eerlang zie ik uwe namen dan ook onder de rubriek der werkende
leden opgenomen, en het Uaagsch Jaarboekje getuigen van uwe
eervolle promotie.
Qualiteit en quantiteit. Zij kunnen samengaan zij moeten samengaan.
Waar de Vereeniging zich sedert het vorige jaar verheugen mag
in het toetreden van meer dan 100 buitengewone leden, is de bloei
van „die Haghe” zeer zeker verzekerd.