7 ONZE KONINGIN. Koningin Wilhelmina had overigens een gelukkige jeugd: het grootste gedeelte daarvan heeft Zij doorge bracht op het Loo. Reeds vroeg hield Zij van dieren in het park was een mooie duiventil, en Zij was gewoon, zelve hare kleine gevederde vrienden te verzorgen, die vertrouwend Haar tegemoet vlogen om hun voeder te ontvangen uit Koninklijke hand evenzeer als de sierlijke bewoners van het hertenkamp daartoe zich kwamen aanmelden. Dat Zij veel hield van hare pony’s weten we, en haar trouwe Swell heeft meer vermaardheid verkregen dan een gewoon burgermensch in den regel ten deel valt. Bij hare opvoeding hield lichamelijke met verstande- Men behoeft nu juist niet met hofkringen vertrouwd te zijn, om iets te gevoelen voor den zachten weemoed in de ongekunstelde woorden van het Koningskind. Zoo dikwerf was Zij op ;s Konings knie gezeten, luisterende naar Hem wanneer Hij verhaalde van de glorierijke daden der Oranjes, hunne voorzatenofschoon nog een kind, had Zij er alreeds besef van, hoe Zij eenmaal zou worden geroepen om te regeeren over een Volk, dat een schoon, een roemrijk verleden heefteen Volk, innig verbonden aan haar Huis. Menigmaal wanneer de oude Koning, allicht door lichamelijk leed gekweld, in den huiselijken kring blijken van ontstemdheid gaf, was Zij het, die weder een glimlach Hem op de lippen bracht. Dan placht Hij de hand op haar blond hoofdje te leggen en Hij streek Haar door de zijden lokken. Dien Vader nu had Zij verloren, zijn stoffelijk over schot zien wegvoeren, en de ruiker van violen en witte bloemen, de eenige die op de kist lag, was van zijn kind

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 134