8
ONZE KONINGIN.
lijke ontwikkeling gelijken tred; aan gezonde beweging in
de sclioone natuur geen gebrek. Nu eens schuitje varende
in de ranke boot, veelal zelve de riemen opnemende;
dan rijtoeren makende met hare prachtige hitten, later
met een span paarden dat Zij al spoedig bestuurde;
des winters
aan het
amazone
ongedwongen
op het spiegelglad ijsvlak deel nemende
zoo bij uitnemendheid nationaal vermaak als
haar lievelingspaard berijdende, alles even
en bevallig, te midden van het volk zich
bewegende, dat hierdoor meer nog Haar lief' kreeg.
Aan die praktischè opvoeding paarde zich de weten
schappelijke educatie, voor eene aanstaande Koningin
van overwegend belang; uitnemende mannen wijdden
hunne talenten aan die opvoeding, nadat de eerste
gronden waren gelegd.
Met begrijpelijke voorliefde werden zij voortdurend
opgevangen en verspreid, de kleine trekjes van kinder
lijken eenvoud en toch reeds van natuurlijke schrander
heid de kleine schermutselingen met Miss Winter,
met wie Zij wel eens iets te vereffenen had, en zelfs
in een vertrouwelijk gesprek met den Prins van Wales
was het Haar ondoenlijk, zonder eenig voorbehoud
gunstig zich uit te laten over Engelsche gouvernantes
in ’t algemeen. Onnoodig ze hier verder te vermelden,
die aardige anecdoten, wereldkundig geworden; van
algemeene bekendheid en in tal van geschriften thans
in herinnering gebracht.
Ook van hare goedhartigheid ware menige proeve
bij te brengen. Evenzeer overbodig; want wij weten
het, hoezeer Zij met minbedeelden medegevoelt.
Veel had Zij. al in de kinderjaren, met het militaire
op; nu, dit heeft Zij van niemand vreemds. Wanneer
haar Vader bij eene of andere bijzondere gelegenheid