9 ONZE KONINGIN. officieren genoodigd had, dan is liet vóórgekomen, dat Z. M. in eigen persoon bezig was met de zaal toe passelijk te sieren. Terecht had de Regentes ingezien dat het van hooge waarde moest worden geacht, de jeugdige Koningin reeds vroegtijdig tot haar Volk te brengen. Hoe goed dit gezien was, zou schitterend blijken bij de bezoeken, gebracht aan de provinciën des lands even zoovele triumftochten. Den 26Blen Mei 1891 kwam Koningin Wilhelmina weder in de hoofdstad des Rijks, nadat Zij ter gelegenheid van de viering van den zeventigsten jaardag haars Vaders daar had vertoefd. In het openbaar werd inde Nieuwe Kerk Haar hulde gebrachteen gedenkpenning met pracht-album werd Haar aangeboden, en onver gefelijk zal blijven de indrukwekkende ovatie der weezen. de eerste maal dat Koningin Wilhelmina in de hoofd stad den Koninklijken zetel innam. Bij die eerste plechtige samenkomst van Koningin en Volk was het, dat een spontane uiting van minzaamheid allen in ver rukking bracht; een van die gelukkige ingevingen, waardoor de Vorstin het hart wint van haar Volk, en waarvan ook haar Koninklijke Vader het geheim bezat. Wij bedoelen het oogenblik toen de weezen bloemen strooiden, en een harer H. M. had toegesproken, waarna onze Koningin op de schuchtere weeze toetrad en haai de hand reikte alles barstte in geestdriftig gejuich uitwant het was eene opwelling, uit het hart gekomen en sprekende tot het hart. De eerste Koninklijke verrichting was de steenlegging op het terrein van het Buitengasthuis. Daarbij sprak Zij den wensch uit: „Ik hoop dat dit gebouw tot zegen moge strekken van Amsterdam" de maidenspeech van Hare Majesteit in het openbaar.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 136