eene den jaargang voor 1899 een Ob an je-Album, en het Augustus 1898. De gedenkwaardige gebeurtenis der plech tige inhuldiging van Hake Majesteit Koningin Wilhelmina in September a.s., waar die Vorstin bevestigd wordt in de regeeringstaak, was voor mij, als redacteur van het Haagsch Jaarboekje, gereede aanleiding, om het karakter te geven van boek te doen verschijnen op Hare Majesteits achttienden verjaardag. De inhoud zal er van getuigen hoezeer „die Haghe”, en hare leden, zich gehecht gevoelen aan het Oranjehuis, en welk eene eerbiedige vereering zij den Vorsten en Vorstinnen, uit dat Huis gesproten, toedragen. Gaarne betuig ik dan ook mijn hartelijken dank aan de schrijvers en kunstenaars, die door hunne bijdragen, door pen, teekenstift en lichtplaat, getuigenis aflegden van die gevoelens. Het is een dank, wélke uit het hart opwelt, vooral nu ik mij gedwongen zie, door overmatigen arbeid, de redactie van het Haagsch Jaarboekje neder te leggen, en de samenstelling aan andere handen toe te vertrouwen. Moge de 12e jaargang het bewijs leveren, dat het jaar 1900 voor s-Gravenhage en „die Haghe” een feest jaar bij uitnemendheid is, waar het 10-jarig bestaan der Vereeniging samenvalt met het 650-jarig bestaan der stad. A. J. Servaas van Rooijen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 15