60
PRINS WILLEM I.
Sophie de Miltitz.
2) Vgl. M. L. Cams-Buffet. De gemalinnen van Prins Willem I.
Arnhem. Gouda Quint 1894.
leiding konden geven. Al hunne onwaardige aan
vallen stuiten af op de medcdeelingen var, de Hofdame 1)
die de Prinses in hare laatste oogenblikken bijstond.
Die dame toch, legde op een tijdstip dat noch vrees
noch belang haar konden bewegen een gunstige ge
tuigenis te geven, de volgende verklaring af: .Ik
heb gezien dat zij elkander altijd waarachtig hebben
liefgehad. 2)
Alle omstandigheden in aanmerking genomen, moet
dit eerste huwelijk voor den Prins niet meer dan een
droom zijn geweest. Het noodlot had hem aan eene
vrouw verbonden, die behalve door haar fortuin, ’t geen
hem in zijn ondernemingen zeer te stade kwam,
overigens weinig invloed schijnt te hebben uitge
oefend op zijn geestelijk en openbaar leven. Hij
opgevoed aan het weelderige hof van Karel V. in
alles meedoende, en moetende meedoen met den hoogen
adel die niet wenschte onder te doen voor de Spaansche
Giandes die zich nu en dan ten Hove vertoonden;
Zij. eene trouwhartige maar bekrompen huisvrouw,
die haar leven voor 't meevendeel in afzondering had
doorgebracht, en zeer loffelijk de opvoeding barer
kinderen als een eerste plicht beschouwende, haar Gemaal
op zijne reizen niet schijnt te hebben vergezeld.
We kunnen niet nalaten hier de schoone woorden
van Mevrouw Camus-Buffet te herhalen, waarbij zij
Anna van Egmond in de herinnering laat voortleven
met de .zachte en onaantastbare bekoring van een