80 FREDERIK HENDRIK EN AMALIA VAN SOLMS. warm hart voor al zijn onderdanen en was, wat hem Vondel keurig noemt, de „Schermheer van ’t gewisse”. Daarin stond zijne gemalin hem moedig bij, en ’t is aan beider rechtvaardigheid, edelmoedigheid en zoover de omstandigheden gedoogden onpartijdigheid te danken, dat geheel ons volk zich één begon te gevoelen met het doorluchtige stamhuis. In de vrijheid, welke zij beiden aan al hun onderdanen wilden gewaarborgd zien, waren zij hun tijd vooruit en huldigden de beginselen, die later onder ons Koningrijk triomfen zouden vieren. In zijn buitenlandsche staatkunde was de stadhouder in den eersten tijd meer oorlogsman dan vredevorst, en het strekt Amalia, die in staatkunde zijn meerdere was, tot niet geringe eer, haar gemaal voor den vrede te hebben gewonnen, en met hem den Munsterschen vrede te hebben voorbereid. Geen wonder echter, dat de stadhouder in den beginne den oorlog verkoos, want de krijg bracht den grooten „Stedendwinger” steeds versche en onverwelkbare lauweren. Hoe heeft de graveurstift de zegetochten van Frederik Hendrik vereeuwigd! Hoe dreunden de zegenkreten des volks langs onze gouwen als de eene veste na de andere zwichten moest en dc Statenvlag hijschen. Hoe zwol bovenal de heldentoon van Vondel, en hoe klonken al die tonen weldadig haar in 't oor, die haar geniaal zoo waardeerde en lief had, en met hem werkte tot heil van ?t vaderland Al „blonck ’t licht van zijn hélmtop” als een „heilstar”, toch wist de stadhouder buiten het oorlogsveld, wat zijne waardigheid hem oplegde en terecht legde hem Vondel de schoone woorden in den mond

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 210