86 HET HUWELIJK VAN PRINS WILLEM II. Hij vond den zoude worden gebracht, om er van jongs af te worden opgevoed in de taal en de zeden van het land, waarin zij zoude leven, werd wederom niet toegestaande Koning toch wilde niet dat zijn dochter vóór haar twaalfde jaar naar Holland zoude gaan, omdat de Engelsche wet eerst op dien leeftijd eene rechtsgeldige toestemming tot een huwelijk erkende. Hoewel men het dus op dit punt niet eens koude worden, waren toch de onderhandelingen in Augustus zoover gevorderd, dat Karei zijn wensch te kennen gaf, dat gezanten van den Prins en van de Staten-Generaal hem officieel de aanvrage voor een huwelijk van zijn dochter met Prins Willem zouden komen doen. Daartoe werden behalve Heenvliet en Joachimi be noemd Jan Wolfert van Brederode, gehuwd met Louise van Solms, zuster der Prinses van Oranje, en Francois van Aerssen, heer van Sommelsdyk. Nog niet afge schrikt door den gang der voorloopige onderhandelingen, vroegen zij in het plechtig gehoor, dat de Koning hun verleende, dat deze zijn toestemming zoude geven tot een huwelijk tusschen PrinSes Maria en Prins Willem en wat tot nu toe steeds door Karei geweigerd was werd nu terstond door hém toegestaande onderhande lingen met het Spaansche Hof waren afgebroken en Hij vond nu geen bezwaar meer om zijne oudste dochter aan den zoon van Frederik Hendrik als echtgenoote te geven. Tevens deelde Hij den gezanten mede, dat hij commissarissen had benoemd, om de voorwaarden van de huwelijksverbintenis te regelen. Nu begonnen wederom langdurige onderhandelingen, waarin de Nederlandsche gezanten blijk gaven van groot diplomatiek talent en standvastige volharding, zoodat in Maart 1641 alles geregeld was, zooals zij

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 219