87
HET HUWELIJK VAN PRINS WILLEM II.
zee, maar
vloot door
aanrichtte,
terug te keeren. Daar liet Admiraalschip zijn grooten
mast verloren had, ging de Prins over op het schip
van den Vice-Admiraal Evertsen, en kwam daarmede
op 29 April behouden te Gravesend aan. Daar werd
hij ontvangen door het Nederlandsche gezantschap en
door graaf Lindsey, ’s Konings groot-kamerheer, die
het voorgesteld en verlangd hadden, behalve alleen,
dat Koning Karei onverzettelijk bleef op het punt van
de overkomst der Prinses. De Koning en de Koningin
zonden nu een hunner edellieden naar den Haag, om
aan Frederik Hendrik het portret hunner dochter aan
te bieden, door van Dijk geschilderd, en naar welk
portret deze, toen hij in den zomer 1641 in den Haag
vertoefde en Prins Willem naar het leven schilderde,
het beroemd schilderij dat de beide jeugdige echtgenooten
voorstelt, heeft vervaardigd. Tevens moest de Engelsche
afgevaardigde den Prins verzoeken, om zijn zoon, zoo
spoedig mogelijk naar Engeland te doen komen, opdat
de huwelijksvoltrekking zoude kunnen plaats hebben.
Aan dat verlangen werd voldaan, Prins Willem begaf
zich reeds half April naar den Briel, om bij gunstigen
wind zee te kiezen met een zeer talrijk en aanzienlijk
gevolg, waartoe Prins Hendrik van Nassau-Siegen,
Hendrik de la Tremouille, prins van Talmont, de jonge
Rijngraaf, baron Dohna, zwager van Brederode, de
heeren van Ruinmen en van Hautein en ’sPrinsen vroegere
leermeester Rivet behoorden. De Luitenant-Admiraal
Tromp zou den Prins met 20 oorlogschepen naar Engeland
vergezellen. Zoodra de wind gunstig was, ging het
hooge gezelschap naar Hellevoetsluis en stak daar in
even buiten het zeegat gekomen, werd de
een zwaren storm beloopen, die groote schade
en den Admiraal noodzaakte, naar Goeree