94 HET HUWELIJK VAN PRINS WILLEM II. Op 8 Maart heerschte er een ongemeene drukte in den Haag en niet het minst in het Stadhouderlijk kwartier. En geen wonderKort nadat een bode door Heenvliet afgezonden den Prins het bericht had gebracht, en de Prinsesse Royal in vollen getale te gaan verwel komen: ook namens hen moest Jacob Cats de rede voeringen uitspreken. Dat ceremonieel werd in allen opzichte, tot de kleinste bijzonderheden toe, vastgesteld overeenkomstig hetgeen de Staten-Generaal hadden voor geschreven, zoodat de Vorstinnen den indruk moesten ontvangen, dat de beide collegiën gelijk in rang en macht waren. Alleen in het stuk der titulatuur werd Cats door de Staten van Holland meer gebonden dan door de Staten-Generaal: de eerste toch bepaalden, dat de Koningin bij den aanvang der redevoering zoude worden toegesproken als Madame, zonder dat de Raadpensionaris daarbij mocht voegen Très-Haute, Très-Puissante of Très-Illustrein den loop der rede zoude haar de titel van Votre Majesté worden gegeven, maar vooral niet dien van Sacrée Majesté. Eindelijk bepaalden de Staten van Holland nog, dat zoo de Prinses in hetzelfde vertrek werd bevonden met hare Vrouwe-Moeder, deze laatste het eerst zoude worden verwelkomt in competente en behoorlijke termen, en dat de Prinses daarna succinctelyk en met groote woorden zoude worden begroet. Eindelijk gelastten de Staten-Generaal hun kamer bewaarder, om alle karossen, behalve die der Presi denten en Agenten die in den Haag waren, te verzoeken om zich aan den ingang der stad te bevinden bij de aankomst der Vorstinnen, om zich bij den stoet aan te sluitende Magistraat van den Haag werd aan geschreven, te zorgen dat hieraan gevolg werd gegeven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 227