95
HET HUWELIJK VAN ÈBINS WILLEM II.
dat alles te Dover voor de inscheping der Koningin
gereed was. kwam een koerier uit Helvoet met de
tijding, dat een Adviesjacht was binnengeloopen meldend
dat de beide Vorstinnen zich met haar gevolg hadden
ingescheept, en nauwelijks had deze zich van zijn plicht
gekweten, of hij werd door een ander gevolgd, die kwam
boodschappen, dat de Engelsche transportschepen te
Hellevoetsluis reeds aan den horizont zichtbaar waren,
zoodat de geheele scheepsmacht ’s avonds aldaar voor
anker zoude kunnen komen.
Nu moesten alle maatregelen met de meesten spoed
worden genomen. Terwijl de Prins aan de Staten kennis
gaf van de berichten die hij ontvangen had om zich
daarna over Rotterdam en Dordrecht naar Hellevoetsluis
te begeven, ten einde zich tevens te overtuigen dat in
beide steden alles voor een plechtige ontvangst was
in gereedheid gebracht, spoedde Prins Willem zich,
vergezeld van de beide zoons der Koningin van Boheme
en van een talrijk en aanzienlijk gevolg langs den kortsten
weg over de veren naar Hellevoetsluis. in de hoop daar
nog te kunnen aankomen voordat de Engelsche schepen
het anker hadden kunnen werpen. Maar hoeveel spoed
de jonge Prins ook maakte, hij kwam toch te laat in
de haven aan, want de Koningin en de Prinses waren
reeds aan land gekomen en hadden haren intrek genomen
in de gebouwen der Admiraliteit. Na de eerste be
groeting deelde Prins Willem aan zijne schoonmoeder
mede welke plannen voor hare plechtige ontvangst
waren ontworpen, maar hij vond haar volstrekt niet
genegen, om die goed te keuren. Koningin Henriette
gevoelde zich zoo vermoeid en aangedaan door de zee
reis, waarop zij met storm en ruw weer te kampen
had gehad, dat zij haar verlangen te kennen gaf, om