96 HET HUWELIJK VAN PRINS WILLEM II. werden niet naar Rotterdam te varen maar om over land naar den Haag door te reizen. De jonge Prins zond terstond een jacht uit, om zijn vader te gemoet te varen, en hem met den wensch der Koningin in kennis te stellen, en de Stadhouder, die reeds te Dordrecht was aangekomen, voer van daar naar Brielle, waar hij in den ochtend van 10 Maart aankwam, ongeveer tenzelfden tijde als de Vorstinnen die dien morgen uit Hellevoetsluis waren vertrokken. De Prins zond nu naar alle plaatsen be richten omtrent het veranderd reisplan, en allerwege nu de toebereidselen gemaakt, die daarmede verband moesten houden. Die plotselinge verandering zal menigeen zeker on aangenaam zijn geweest, niet echter den Prins, die gaarne de gelegenheid aangreep, om aan de Koningin van Engeland zijn lustslot te Honselaarsdijk te doen bezichtigen. Dat slot had hij slechts enkele jaren te voren op de grondvesten van het oude Hunsel opge bouwd en hij had het met eene destijds bijna on geëvenaarde rijkdom en pracht gemeubeld en versierd, terwijl het daaraan grenzend park eene diergaarde en eene groote oranjerie bevatte en zoo was aangelegd, dat men op verschillende punten de schoonste verge zichten over de omstreken konden genieten. Zoodra de Prins te Brielle de Staten bericht zond, van de wijziging die de reis der Koningin had ondergaan, schreef hij hun, dat de hooge gasten het middagmaal op Honse laarsdijk zouden gebruiken en daarna over Loosduinen naar den Haag zouden rijden. Den llen Maart voeren de beide Vorstinnen met de Prinsen en het geheele gevolg van Brielle over naar Maaslandsluis, alwaar de Prins had gezorgd dat een groot aantal karossen gereed stond, voldoende om zoovele personen op te nemen. lö

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 229