113 VAN PRINS WILLEM III. en van den top der duinen hoorbaar tot waar de engelsche vloot op de loer ligtklokken worden geluid en trompetten gestoken, vanen worden ontrold op de torens der kerkgebouwen, waarbinnen de hoofden worden gebogen en God wordt gedankt door een geest driftige schare, met oranjestrikken getooid, als op een nationalen feestdag wat was het anders dan dat Holland het symbool zijner redding had gevondende Prins, zoo lang met alle macht „klein” gehouden, was „alevel Stadhouder” geworden. Van Dordrecht, de bakermat der de Witten, was de volksbeweging ten gunste van ’s Prinsen verheffing uit gegaan, die, van stad tot stad overgeslagen, al spoedig hare uitwerking had doen gevoelen tot in de raadzaal der Staten. Wel had men daar een kort oogenbhk verlegen gestaan om die verheffing ter sprake te brengen, gebonden als men zich achtte door eeden, ter kwader ure afgelegd, maar nood brak wet, of wat men zich zelf als wet had opgedrongen, met voor bijgang der hoogere wet, het waarachtig welzijn des lands. En toen eenmaal de tongen waren losgemaakt had de zaak haar beslag verkregen, zonder dat er een enkele bedenking werd vernomen van een dergenen door wie, nog geen vijf jaren vroeger, het Eeuwig Edikt was bezworen. Bij het eerste morgenlicht van den 4n Juli 1672 was Willem van Oranje door de Staten van Holland tot Stadhouder, Kapitein-Generaal en Admiraal hunner provincie verklaard. Wat moet er in het gemoed van den destijds nog niet twee-en-twintigjarigen Prins zijn omgegaan toen hem het bericht daarvan in den loop van den dag door eene bezending van elf afgevaardigden uit de Statenvergadering werd gebracht, en meer nog, 8

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 248