122
VAN PRINS WILLEM III.
kon worden dat door dezen weldra de wapenen zouden
worden nedergelegd. Nauwelijks schreef men dan ook
1674, of dat vooruitzicht werd verwezenlijkt. Engeland
sloot vrede, schielijke!' nog dan verwacht was en dat
voorbeeld werd onmiddelijk door Munster en Keulen
gevolgd.
Ten volle verdiend was derhalve de hulde, die de
„Princelycke Almanach op ’t Jaer MDCLXXIIH” den
jongen Stadhouder bracht, want aan zijn beleid en zijne
onversaagdheid was zeker in de eerste plaats te danken
dat de nieuwe tijdkring met minder bezorgdheid mocht
worden ingegaan en men hopen mocht dat de op dien
kalender aangewezen dagen minder somber zouden zijn
dan die, welke men sedert het begin van den oorlog
had doorleefd 2).
Met den voornaamsten onzer belagers, met den koning
van Frankrijk, moest intusschen de strijd nog worden
voortgezet, want het congres te Keulen bleef in het
voorjaar van 1674 steken, zonder iets tot stand te hebben
gebracht.
Het duurde echter tot laat in den zomer eer het tot
6 Een Engelschman merkte tegenover den Prins op dat
Engeland met vrij weinig omslag „assez cavalièrement” den
vrede gesloten had. „Met even weinig omslag” antwoordde
Z. H. „als het .den oorlog begonnen had”.
2) Nevens prins Willem is op den „Princelyeken Almanach”
afgebeeld prins Hendrik Casimir II. Stadhouder van Friesland,
Groningen en Drenthe, die in 1673 zijn eerste wapenen had
gedragen onder prins Johan Maurits van Nassau, in het leger
’t welk in het zuiden van Friesland tegen den bisschop van
Munster was opgesteld, en die in 1674 met den prins van Oranje
deel nam aan den veldtocht in de Zuidelijke Nederlanden. Aan
de rechterhand van prins Willem staan afgebeeld Johan Maurits,
de Veldmaarschalk Würtz, George Frederik van Waldeck,