124 VAN PRINS WILLEM III. Condé moet zich na deu slag zeer vleiend hebben uitge laten over de houding van prins Willem: men wil dat hij zoude gezegd hebben „le Prince s’y est comporté en tout en vieux Capitaine, excepté en d’exposant a trop de dangers, en quoi il a agi en jeune hómme.” Vroeger moet hij ook. volgens Wicquefort, over een der ondernemingen van den Prins, bij de ver dediging van Holland, verklaard hebben „que le dessein du Prince d'Orange n'est.oit pas l’entreprise d’un apprentif mais d’un chef’ dont on devoit attendre des actions plus fortes”. Onge lukkigerwijze daalt echter de beteekenis dier beoordeelingen niet weinig, wanneer men weet dat Condé aanschrijving had deu Prins lof toe te zwaaien, in de hoop dat hij daarmede voor Frankrijk zou kunnen worden gewonnen. Vg. due d’Aumale 1. 1. bl' 545. werden van weerszijden de dooden geteld en toch was geen beslissende uitslag verkregen. Noch Oranje noch Condé gaf zich gewonnenvan beide kanten werd triomf geroepen, en ter eere der behaalde victorie werd het „Te Deum” aangeheven, zoowel te Parijs als te Madrid, te Weenen en te Brussel. Maar indien al, zooals van fransche zijde beweerd wordt, de Prins wezenlijk geen recht had zich de overwinning toe te schrijven, is het dan voor een jeugdig krijgsman niet reeds roems genoeg, zoo tusschen hem en een in den oorlog vergrijsd held, als Condé de zege betwistbaar bleef? 1 Na den slag bij Seneffe zoude de Prins niets liever gedaan hebben dan een inval in Frankrijk te wagen om het tooneel des oorlogs op vijandelijk gebied over te brengen doch Condé, door een verrader ingelicht, was waakzaam en de aanvoerders der bondgenooten. Monterey en de Souches, wilden van die onderneming niet hooren daarop om niet werkeloos te blijven, werd het beleg om Oudenaarde geslagen, doch de lauwheid der Keizer lijken deed daarvan weder afzien, en daarop wendde

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 259