127 VAN PRINS WILLEM III. pourres (pourrai) estre persuade qu’elle sera plus heureuse que celle icy, si le bon Dieu ne veut faire miracle”. Müller, Wilhelm III von Oranien und Georg Friedrich von Waldeck, II, bl. 513. vonden had van den onwil of de onmacht der bond- genooten en van de ontoereikendheid en onervarenheid zijner eigen officieren en soldaten, deed hem wel voorzien dat inderdaad niet veel goeds te wachten was en daarin bedroog hij zich niet, want de veldtocht van 1677 bracht niets dan het verlies van verschillende vestingen Valenciennes, Kamerijk, St. Omer en de nederlaag bij Mont Cassel, waarin de Prins zich zoo opwond dat hij met rottingslagen en sabelhouwen de vluchtenden tot staan zocht te brengen en ten slotte een wederom mislukte onderneming op Charleroi, die, evenals het beleg van Maastricht, eindigde met een aftocht bij het naderen van een fransche troepenmacht. En 1678, het laatste jaar van den oorlog, ving ook al aan met tegenspoed: Gent en Yperen gaven zich aan Lodewijk XIV over en toen eindelijk de kans verkeerde en de Prins overwinnaar bleef in den slag bij St. Denis, was het te laat het voordeel kon geen nut meer ople veren, de oorlog was afgeloopen, de vrede was te Nijmegen geteekend. Vat men de gebeurtenissen der laatste zes jaren te zanien, dan kan niet ontkend worden dat Willem III over het algemeen niet gelukkig geweest was in den krijgmeermalen was hij verslagen, slechts bij uitzon dering had hij gezegevierd. Wel werd de goede orde geprezen waarin hij zijn leger wist te doen terugtrekken, telkens wanneer hij het veld moest ruimen, maar die lof was slechts betrekkelijk, hij bleef dan toch de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 262