128
VAN PRINS WILLEM III.
te manen
was hij
was hij
Du Mont, Mémoires. T. II, p. 1'23.
2) L’expérience montre ce que c’est d’avancer des jeunes
parents et négliger des gens de service et mérite” werd reeds
in Juli 1672 door prins Johan Maurits van Nassau opgemerkt
in een brief aau prins Willem. Archives de la Maison d’Orange-
Nassau, Deuxième Série, T. V, p. 262.
3) Zooals blijkt uit de aanteekening in het Journaal van
Constantyn Huygens den Zoon, op 22 Augustus 1677: Nostr e
marche passa fort proche du champ de bataille de Senef. S. A.
y alia avec les seigneurs anglois et d’autre monde. monstrant
entre autres 1’endroit ou parmy 1’enibarras des pontons il faillit
d’estre pris, Voorst l’ayant esté tout auprès de luy”. In het
welbekend verslag van den Prins aan de Staten, betreffende
den slag, wordt van die omstandigheid geene melding gemaakt.
overwonnene, hoezeer hij zich ook inspande. Die onge
lukkige uitkomst was het gevolg van verschillende
oorzaken: de zwakheid der Spaanschen, die, verre van
ons te steunen, geheel van onze hulp afhingen: de
ondeugdelijkheid van ons eigen leger, dat vóór den
oorlog schandelijk was verwaarloosd 1) en sedert met
allerlei slecht bruikbare elementen was moeten worden
aangevuld; de onbekwaamheid van ettelijke officieren,
die hunne eerste aanstelling meer aan gunst dan aan ver
dienste te danken hadden 2) het gebrek aan ingenieurs,
’t welk vooral bij het beleg van Maastricht zoo droevig
gebleken was maar zeker in de eerste plaats ook het
gemis aan ervaring bij den Prins zelven, bij wien de
ingeving van 't oogenblik vaak moest goed maken wat
hem aan krijgskennis ontbrak. Stoutmoedig was hij,
gelijk reeds gezegd is, in hooge mateherhaaldelijk
waren de Staten-Generaal verplicht hem aan t.
zijn leven niet noodeloos te wagente Seneffe
bijkans gevangen genomen, 3) voor Maastricht