133 VAN PRINS WILLEM III. Daarbij kwam dat zeker wel iets zal zijn uitgelekt van de heimelijke aanbiedingen welke hem, omstreeks dienzelfden tijd, door Frankrijk werden gedaan en waarbij ook al de verwerving der Souvereiniteit werd voor gespiegeld. Daarnaar werd evenwel slechts in schijn geluisterd, maar ernstiger was wat van den kant van Engeland geschiedde. Koning Karei bood zijne bemid deling aan om den vrede te bewerken, beducht als hij was dat hij door zijn Parlement gedwongen zou kunnen worden zelf den oorlog aan Frankrijk te verklaren dat aanbod nu behaagde geenszins aan den Prins, die stellig goede reden had om de belangeloosheid van zulk een bemiddelaar te verdenken, maar de Staten- Generaal hadden er des te meer ooren naar. Weldra was Nijmegen aangewezen voor de te houden onder- handeling en werden verschillende gevolmachtigden derwaarts benoemd. In den zomer van 1676 begon men bijéén te komen, maar de oorlogsbedrijven gingen desniettemin voort. Te gelijkertijd werd gevochten en over den vrede beraadslaagd. Men begrijpt met welk gevolg. De Prins, het is reeds gezegd, was voor den oorlog, de Staten 'waren er tegen het verschil van inzicht ontaardde al ras in een partijstrijd, waarin den Prins werd nagehouden, dat hij uit louter eigenbaat den vrede tegenwerkte, waar het algemeen belang om riep; de anti-stadhouderlijke partij -- de Loevesteinsche inouie pour le Prince d’Orange; ils baisent ]e lieu par oü il passe et le cheval sur lequel il monte: les gens de condition en disent aussi tout le bien imaginable” maar nog geen jaar later heet het van hem „le peuple murmure furieusement contre lui” en vervolgens „le Prince d’Orange est présentement plus haï qu’aimé" en eindelijk in September 1677 „Vous ne sauriez croire comment l’on parle en Hollande du Prince d’Orange”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 268