138 VAN PRINS WILLEM III. T) Du Mont, Mémoires. T. IV. p. 268, „A l'égard de l’espéranoe de se marier avec la fille aïnée du Due d’York le Prince avoit donné pour réponse que sa Fortune ne lui perniettoit pas de songer a se marier". 2) Journaal van Huygens, Aanteekening op 28 Mei 1676. 3) Lettres du Comte d’Estrades, T. VIII, p. 187. 4) Mémoires du Due de Saint-Simon (éd. Chéruel et Regnier) I. bl. 465. trouwen te denken 1). Toen was dat weer op den achter grond geraaktnu en dan was er van andere verbinte nissen gerept: eene zuster van den Keizer was genoemd als toekomstige prinses van Oranje2) ook eene prinses Radziwill, aan wie door den keurvorst van Brandenburg een belangrijke bruidschat zou zijn toegedacht3) men had weten te vertellen dat den Prins eene bastaarddochter van Lodewijk XIV was aangeboden, doch dat hij die met een schamper gezegde had afgeslagen 4). Nu bracht hij op eens de prinses van Engeland als gemalin mede, niet tot ieders onverdeelde goedkeuring. Het huis Stuart was hier niet in eeremen herinnerde zich te goed hoeveel ongelukken door een eerste verbintenis met dat huis over de Oranje’s gebracht was, om zich veel goeds te voorspellen van dit nieuwe huwelijk. En voor de zaak der vrijheid in de Republiek, zoo oordeelden ’s Prinsen tegenstanders, was alles te vreezen van den verkeerden invloed, die ongetwijfeld op den Stadhouder zou worden uitgeoefend door zijne engelsche verwanten met hunne noodlottige begrippen van onbeperkte koninklijke machtdat hij door de vastheid van zijn karakter en zijn hooger standpunt blijken zou verre hun meerdere te zijn, werd niet voorzien. Het uitzicht dat de Prinses had op den troon van Groot-Brittannië schijnt destijds over het algemeen de aandacht niet zeer getrokken te

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 274