144
PEINS WILLEM IV.
dat volk
bewustzijn dat slechts een krachtig eenhoofdig gezag
orde kon scheppen in den chaos. Een voordeel had
menin wien dat eenhoofdig gezag zich moest verper
soonlijken, daarover kon geen velschil bestaan. Slechts
de naatn van Oranje was in staat geestdrift te wekken
onder de groote massa, de partijschappen zoo niet uit
te dooven dan toch te doen zwijgen. En alle traditiën
van het doorluchtig huis waren nu samengevat in den
Frieschen stadhouder Willem Karei Hendrik Friso.
De Friesche tak van het Nassausche gravengeslacht
had een eigenaardige rol gespeeld in onze geschiedenis.
Zeker, hij had krachtige loten voortgebracht, ieder land
had trotsch mogen zijn op het bezit van zulk een vorsten
huis. Hier hadden ze altijd de tweede plaats ingenomen.
Sinds Jan de oude zijn vermogen en zijn rust had
opgeofferd om hier op te treden als de adjudant van
zijn meer genialen broeder Willem, hadden, als ware
het een wet der herediteit, zijne nakomelingen zich
steeds tevreden gesteld met de bescheiden plaats, die
aan jongere zoons past. De opmerkelijk schitterende
kwaliteiten, waardoor zich de oudere Oranjevorsten
hadden onderscheiden, hadden medegewerkt om hun
Friesche neven in de schaduw te stellenzonder na
ijver hadden dezen zich daarin geschikt. Het zich op
den voorgrond dringen was niet hunne zaak. Dankbaar
hadden zij de waardigheden aanvaard, die hun waren
aangeboden, naar hun beste krachten hadden zij zich
van hun taak gekweten, hoe zwaar, hoe ondankbaar
die soms mocht wezen. Mannen van streng plichtgevoel
maar met weinig initiatief en bescheiden eerzucht, hadden
zij zich bij het Friesche volk een genegenheid verworven,
waarvoor de oude anarchistische neigingen van dat volk
waren verstomd.