154
DE WEDERKOMST VAN WILLEM V ENZ.
Wagenaar XV, biz. 202.
2) Gemeente Bibliotheek te ’s-Gravenhage.
en de wijk naar
Holland, tot het herstel der
en tot demping der vernielende
van alle rampen”
van Holland dien zelfden
leden zich gehaast de stad te verlaten
Amsterdam te nemen.
Tengevolge van deze gebeurtenissen besloten de Staten
van Holland op voorstel der Ridderschap, den 18en
September, om den Stadhouder in zijn rang van Kapitein-
Generaal te herstellen en aan Z. H. het bevel over de
bezetting van ’s-Gravenhage weder op te dragen, met
dringend verzoek zich naar de Hofplaats te begeven:
ten einde met Hun „Edel-Grootmogenden alles aan te
wenden tot behoud van
waggelende Constitutie
tweespalt, de oorzaak
Voorts ar resteerden de Staten
dag een publicatie waarin ten eerste verwezen werd
naar een vorige publicatie, tegen het houden van oproerige
bewegingen en ten tweede dat het dragen van Oranje-
teekenen, hetgeen eerst met den dood bedreigd werd,
nu was ingetrokken geworden.
Zoo veranderden de tijden
Het relaas der gebeurtenissen, die toenmaals te
’s-Gravenhage voorvielen en we thans zullen gaan
bespreken, zijn ontleend uit de Nederlandsche Jaar
boeken (1787), en uit het Dagboek van Carel Stephanas
Hurau, 2) die als tijdgenoot en tevens ooggetuige vele
karakteristieke aanteekeningen over dat gedenkwaardig
jaar heeft nagelaten.
In die dagen was het in de Residentie al zeer woelig
gesteld. In den vroegen morgen van den 18en heerschte
er al een buitengewone drukte op straat, waaruit viel