169 KONING WILLEM I ALS EEFPBINS ENZ. Voor als nog viel evenwel op den steun van Engeland, noch op dien van Pruisen, te rekenen. Pruisen’s koning Frederik Willem II verklaarde reeds den 4den Augustus het Rassemblement onvereenigbaar niet de conventie van Bazel, door hem in April met Frankrijk gesloten, en dientengevolge moest Osnabrück verlaten worden, hetgeen den 15den der zelfde maand geschiedde De verdeeling van de ter nauwernood nieuw gevormde korpsen over eenige andere plaatsen van Hannover vormde het begin der ontbinding. Deze volgde geheel, toen Engeland, hetwelk de betaling op zich genomen had, den 12den Januari 1796 het Rassemblement voor ontbonden verklaarde, waarbij de meeste officieren op wachtgeld (allowance) in Engelschen dienst werden ge steld en de minderejj ontslagen met een half jaar soldij. Een ander deel van Hollandsche uitgewekenen, waarbij een groot aantal burgers, werd in de maanden Augustus tot en met October 1796 in Westfalen aangeworven in naam voor den Prins van Oranje, doch in werkelijkheid voor den Koning van Engeland. Dit deel, meer bekend als Rassemblement van Emmerik, werd in October te Gluckstadt ingescheept met bestemming voor West-Indië en op- den 24sten Februari 1798 ingelijfd bij het 60ste Regiment Engelsche Infanterie. De organisatie der uitgewekenen werd alzoo verbroken en dit duurde voort tot in het jaar 1799, Engeland begon toebereidselen te maken tot eene expeditie naar Holland, maar, om het welslagen te verzekeren, moest gerekend worden op de medewerking der Hollanders, zoowel die zich in als buiten de Republiek ophielden. Eerstbedoelden moesten op het geschikte uur in opstand komen of gebracht worden, de laatsten moesten hen daarin helpen. Reeds den 19del' December 1798 verleende

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 304