171
KONING WILLEM I ALS ERFPRINS ENZ.
Pruisische legermacht gereed stond om tegen de Fran-
schen op te rukken. Hoe dit zij. wij zullen de Oranje-
emigranten op hunne kortstondige tochten in Gelderland
en Overijsel niet volgenHunne poging, om de republiek
in opstand te brengen, mislukte. Ware zij gelukt, men
zou hen later wellicht als redders van het vaderland
begroet hebben, doch nu betichtte men hen van het
verwekken van woelingen, die gelukkig zonder veel
bloedvergieten waren afgeloopen.
Inmiddels waren de Engelschen op den 27sten Augustus
1799 nabij den Helder geland. Drie dagen later gaf
zich de Bataafsche vloot in de Vlieter aan hen over
en terstond daarop namen ruim 3000 zeelieden dienst
voor den Prins van Oranje.
Engeland was overtuigd, dat bij verderen voor
spoed zijner wapenen ook een goed deel der Bataaf
sche landmacht de zijde des Prinsen zoude kiezen.
Werkelijk werden aanvankelijk eenige voordeelen be
haald, hoofdzakelijk daardoor, wijl het Fransche hulp-
korps alias bezettingsleger zich grootendeels in
Duitschland bevond (natuurlijk op kosten der Bataafsche
republiek), terwijl de rest met de krijgsmacht der Bataven
over het geheele grondgebied verspreid lag.
De behaalde voordeelen maakten het den Erfprins
mogelijk om zich naar den Helder te begeven (7 Sep
tember 1799), ten einde de overloopers te organiseeren,
een algemeenen opstand in de hand te werken en de
leiding van het nieuwe bestuur op zich te nemen. Den
8sten September nam de Erfprins bezit van het Bataafsche
eskader en vestigde zich te Schagerbrug. Den 19den
woonde hij, als toeschouwer, het gevecht te Bergen bij
en bemoeide zich verder te Enkhuizen en Medemblik
met het samenstellen vau schepelingen en soldaten tot