176 KONING WILLEM I ALS ERFPRINS ENZ. Een maand later had de brigade het voorrecht, om Nederland’s laatsten stadhouder, vergezeld van zijne gemalin, in haar midden te zien (3 tot 1-1 September). Twee dagen na hun komst, namen de vorstelijke per sonen de troepen in oogenschouw, waartoe deze, zonder wapenen, in linie waren opgesteld. Langzaam en onder een slagregen wandelde de Stadhouder langs de gelederen, met den generaal Don neven zich, en gevolgd door de Prinses, gearmd met haren zoon, den Erfprins. De meesten waren ten hoogste aangedaan op het zien van het bleek en door tegenspoed vervallen gelaat van den Prins en velen konden slechts met moeite hunnen tranen weerhouden. Langs de kusten van de Noordzee en op de eilanden Jersey en Guernsey bevonden zich toentertijd een aantal kampementen, die eene linie van verdediging vormden tegen voorgenomen landingen der Franschen. De Holland- sche brigade werd weldra aangewezen voor de bewaking van genoemde eilanden en van Wight en dientengevolge werden op den 15den September het lste en 2de regiment Infanterie te Westcowes ingescheept, ten einde, het lste op Guernsey en het 2de op Jersey, garnizoen te gaan houden. Door hevigen storm, bereikten zij niet vóór den 22sten hunne bestemming, doch het verblijf op deze eilanden was niet van langen duur, want den 26sten October lagen beide regimenten op de reede van Spithead voor anker, ten einde nadere bevelen aftewachten. Deze bevelen stonden in verband met het plan der Engelsche regeering, om op Nieuwjaarsdag van 1801 eene proclamatie af te kondigen, vermeldende de ver- eeniging van Ierland met Groot-Brittanje. Daar men voor opschudding beducht was en wel in een land, hetwelk reeds sedert eeuwen zoo vele pogingen had aangewend

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 310